Preek van de week, zondag 16 oktober

Voorganger: Dhr. R. van de Beek, Schuld, onmacht en Gods redding

De tekst van vandaag:   Genesis 2 : 4 – 3:1, Efeziërs 2 : 1 – 10 en Openbaring 18 : 1 – 5

Het is vandaag Michazondag. Op deze dag wordt aandacht besteed aan de oneerlijke verdeling van de rijkdom op deze wereld.

In Genesis 2 legt God een tuin aan en zet de mens daar middenin met de opdracht om de tuin te verzorgen. Wij hebben de aarde sindsdien gebruikt naar ons eigen goeddunken. Dat heeft er toe geleid, dat ook dit jaar Earth overshoot day (de dag dat de wereldbevolking al meer grondstoffen en voedingswaren heeft verbruikt dan de aarde in een jaar kan opbrengen) al in juli viel. Wij leven op de pof bij onze kinderen en bij de aarde.

De mens kreeg vervolgens de zorg voor de Flora en Fauna. Dan volgt de verleiding door de slang en nog steeds worden wij dagelijks verleid met het gevolg, dat de schepping uitgeput en kapot gemaakt wordt.

In Openbaring vernietigd God de stad Babylon (onze niets ontziende westerse cultuur), die staat voor alles wat ons van Gods pad af leidt. Hij zegt: Ga weg uit die stad. Doen we dat? Stoppen we met auto rijden, vliegen, ongeremd nieuwe spullen en kleren kopen? Of vinden we dat een druppel op een gloeiende plaat? Bedenk dan: wat voor ons een druppel lijkt, kan door God veel groter worden gemaakt. Bijvoorbeeld het verhaal van de vijf broden en twee vissen.

God schakelt ons in. Hij heeft een taak voor ons, een doel met ons . Dat we zorg gaan dragen voor de schepping. Als je God toestaat in je leven, zorgt Hij er voor dat je de juiste dingen gaat doen.

Het kan iets kleins zijn, maar het past in Zijn hele grote plan.

Hij heeft ons ingeroosterd. Hebben wij daar oog voor? Zo niet, dan kunnen we vragen of Hij onze ogen wil openen. Dat is de oproep van Micha op deze zondag: Doe recht heb de waarheid lief en wandel nederig met God.

Kijk in het archief kerkdiensten om de hele kerkdienst te kijken en te beluisteren.

Tekst van de dag

De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.