Voorganger: Ds. Brouwer uit Maarssen | Tekst: Mattheus 13 : 1-3, 34-35 De gelijkenis van het mosterdzaadje | Thema: “Het Bamboe van de buurman”

Een bamboestruik als hulp om de gelijkenis van het mosterdzaadje beter te begrijpen. Het lijkt een makkelijke gelijkenis. Je zaait iets heel kleins en het wordt een grote struik waar vogels in kunnen nestelen. Het wordt een schuilplaats. Het koninkrijk van de hemel is ook zo. Waar Jezus is wordt klein groot en zwak sterk.

In de tijd van de bijbel was het voor de Joodse wet verboden om mosterdzaad te zaaien. De achtergrond is dat in die tijd een mosterdplant vaak oorzaak was van onenigheid. Als het zaad in goede aarde valt ontkiemt het heel snel. En er is vervolgens geen houden aan. Het overwoekert veel andere planten.

Bamboe doet dit ook. Jezus zou in onze tijd misschien wel een bamboeplant als voorbeeld hebben gebruikt. Bamboe woekert ook naar de buren, vernielt het terras, het gazon.

Jezus vergelijkt het koninkrijk van God met een stuk onuitroeibaar onkruid. Klein wordt groot, maar dan ook niet te stuiten groot. Daar waar Jezus (het geloof) is, het zaad in goede aarde valt, gaat het niet meer weg. Al probeer je het te vernietigen, het komt toch steeds terug.

Zo is het ook in ons persoonlijk leven. Als wij de moed dreigen op te geven, komt God toch steeds weer bij ons en zegt: “Hou vol, Ik maak af waar ik aan ben begonnen.”

Hoe zijn we goede aarde? Gods koninkrijk begint daar waar je gaat doen wat je hand vindt om te doen. Het vergt twee dingen: Dat je tegen God zegt: Laat het maar gebeuren en dat je vervolgens jezelf laat gebruiken om zijn liefde in deze wereld uit te dragen.

Wilt je de hele dienst zien en horen klik dan op de afbeelding hieronder om naar het archief te gaan: